Hoge capaciteit internetverbindingen strekken zich nu uit tot in de woningen van studenten. Dit gegeven is in het afstandsonderwijs de katalysator voor de ontwikkeling van allerlei additionele onderwijsmodellen naast de traditionele modellen voor reguliere schriftelijke onderwijs. Deze ontwikkeling beperkt zich niet tot het afstandsonderwijs. Ook in het reguliere onderwijs neemt het ‘off campus studeren’ hand over hand toe. Het blijkt echter dat het aanbieden van Internetdiensten alleen zoals e-mail, discussiegroepen, webpagina’s onvoldoende is om vormen van actief leren mogelijk te maken. Het blijkt zelfs dat kennis hoe dan wél een onderwijsomgeving op Internet moet worden geconstrueerd, nagenoeg ontbreekt. In deze bijdrage beschrijven we een exploratieve aanpak voor de constructie van een dergelijke onderwijsomgeving. Uitgangspunten daarvoor zijn samenwerkend leren op basis van constructivistische principes. Het exploratieve element zit in de tegenstelling die bestaat tussen structurering van het onderwijsproces en samenwerkingsverbanden, en het ontstaan van zelfsturende en zelflerende teams. In de bijdrage beschrijven we een jaar ervaring met deze aanpak en aanbevelingen voor verdere ontwikkeling.
Doelstellingen van NIOC
Gegevens in beeld
IOIO, een nieuw instituut voor de vernieuwing van het Nederlandse ict-onderwijs
Ondernemend onderwijs
Hoe succesvol is e-learing in het informaticaonderwijs?
Het Ruud de Moorcentrum van de Open Universiteit heeft in opdracht van NIOC onderzoek verricht naar het succes van e-learning in het informaticaonderwijs in elk van de vijf sectoren: universitair onderwijs, hbo, mbo, vo en commerciële opleidingen. Het onderzoek is toegespitst op de ontwikkeling en implementatie van e-learning in de afgelopen tijd, de ervaringen van studenten, de werkbelasting van docenten, onderwijsmodellen, onderwijsfilosofie e.d. Resultaten van recente ict-monitoren zijn als kader van het onderzoek gebruikt. Het onderzoek levert een rapport op van universitair niveau en dat tijdens NIOC 2004 wordt gepresenteerd.
Bijlagen
Informatica in 2015: een blik in de toekomst
Wim Hendriksen heeft meegewerkt aan de PROGRESS Roadmap voor Embedded Systemen. Deze roadmap geeft samen met de ITEA roadmap een blik in de toekomst van software intensieve systemen. Wim schetst de trends uit deze roadmaps en vraagt zich af wat de gevolgen zijn voor het informaticaonderwijs in de komende jaren. Wat zijn de sterke punten en de zwakke punten van Nederland, waar zijn we goed in en waar zijn we slecht in.
De Embedded Systems roadmap gaat vooral in de richting van het ontwerp van geïntegreerde elektronica en software. Binnenkort kun je voor twee euro een chip kopen die GSM, GPS, MP3, Wifi, spraak en Bluetooth begrijpt. Hoe ontwerp je hier met software een zinvol ding van en wat had je dan in de hardware moeten inbouwen om het echt goed te laten werken. Wat moet er gebeuren in de wereld van softwareontwikkeling om elke drie maand een nieuw apparaat volgens de nieuwste mode te laten zien.
De ITEA roadmap beschrijft een toekomstige wereld waarin alle apparaten om ons heen met alle apparaten kunnen praten. Een nieuw apparaat moet integreren met alle bestaande apparatuur in het netwerk. Elk apparaat kan op elk moment uit het netwerk verwijderd worden waarbij de rest zich maar moet zien te redden.
Deelnemers worden uitgedaagd om met deze toekomstvisie te onderzoeken waar het informaticaonderwijs hiaten vertoond en wat we moeten brengen om onze studenten een vak te leren waar ze mee vooruit kunnen.
Bijlagen
ICT architecturen samen aan de slag
Het vak ICT architecturen voor het instituut I&E van de HvA wordt gegeven aan de hand van de DYA (Dynamische architecturen). Deze methode behelst een management instrument voor de aansturing van de ICT in een organisatie met als doel een betere afstemming tussen de business doelen van het bedrijf en de ICT. De lessen zullen als doelstelling hebben de studenten kennis te laten maken met deze methode en deze gedeeltelijk toe te passen op een fictieve casus.
De fictieve casus is een ziekenhuis dat is gebaseerd op gegevens vanuit het Academisch Medisch Centrum. Dit ziekenhuis heeft de gegevens geleverd voor de casus.
De methode is gebaseerd op de DYA (Dynamische architecturen van de firma Sogeti.). De firma heeft ook de ontwikkeling van het vak mede ondersteund en geeft nog steeds een extra impuls aan het vak door studenten die de beste prestatie hebben geleverd een cursus aan te bieden.
Samen met de opleiding COOP Heao van de HvA is het vak verder ontwikkeld. Zij hebben voor hun opleiding de punten eruit gehaald die voor hun van belang zijn en hebben ons van specifieke kennis voorzien over de meer businesskant van het vak.
Het plan is om het vak in de toekomst gezamenlijk te gaan geven. Op dit moment is er een groep studenten van de informatica opleiding het vak aan het volgen bij de COOP Heao.
Bijlagen
Bioinformatica: competentiegericht onderwijs en toetsing
De laatste jaren is in Nederland toenemend geïnvesteerd in onderzoek en onderwijs in de Bioinformatica. Dit is in belangrijke mate het gevolg van ontwikkelingen in het genomics- en biomedisch onderzoek, waarbij Bioinformatica steeds meer een centrale plaats inneemt. Bioinformatica is een zeer breed en multi-disciplinair vak, waar informatici, statistici, biologen en medici zeer nauw moeten samenwerken. Algoritme ontwikkeling (machine learning) en high-throughput data mining (grootschalige analyses van genomics datasets) is een essentiele component van het bioinformatica onderzoek. Daarbij is het onderzoek toenemend toegepast en grootschalig, veroorzaakt door de beloften die genomics onderzoek biedt en de reusachtige datasets die door genomics onderzoekers worden gegenereerd. De breedte/diepte van het vak, de snelle ontwikkelingen en het feit dat er nauwelijks uitgewerkt lesmateriaal is, maakt dat het opzetten van bioinformatica-onderwijs een enorme uitdaging is.
Aan de Vrije Universiteit verzorgd het Centre for Integrative Bioinformatics masteronderwijs alsmede een bachelorcursus Bioinformatica voor studenten Medische Natuurwetenschappen (MNW). Onze ervaring is dat studenten moeite kunnen hebben met de oplossingsgerichte en heuristische aanpak die vaak vereist is in bioinformatica onderzoek. Naast het aanleveren van benodigde kennis (waar een selectieprobleem heerst door de breedte van het vak) staat competentiegericht onderwijs centraal.
In mijn voordracht bespreek ik de centrale problemen en positionering van Bioinformatica-onderzoek en zal ik ingaan op de competentiegerichte elementen in onderwijs en toetsing.
Bijlagen
Java en BlueJ: een gelukkige combinatie?
De traditionele aanpak bij het leren van Java heeft, net als vroeger bij het leren van Pascal, de simpele taalelementen als uitgangspunt. Deze aanpak start meestal met de primitieve typen int en double, toekenningsopdrachten, operatoren, selecties en herhalingen, om dan via methoden geleidelijk over te gaan op klassen en objecten.
Een nadeel van deze aanpak is dat de kernbegrippen objecten en klassen relatief laat aan bod komen. Veel studenten blijken moeite te hebben met de mate van abstractie die bij deze begrippen hoort. Door de komst van BlueJ is het mogelijk programmeeronderwijs vanaf het eerste moment objectgeorienteerd aan te pakken. BlueJ is een krachtig hulpmiddel bij de introductie van objectgeoriënteerde begrippen omdat het maken van een gebruikersinterface niet nodig is. Elke student kan zich daardoor volledig richten op het ontwerpen van domeinklassen en het testen daarvan in BlueJ. Dikwijls zonder hulp van een docent. Studenten leren in de eerste plaats van elkaar en maken zich al pratende en doende objectgeorienteerde denkbeelden eigen.
Om te leren programmeren is BlueJ alleen niet voldoende. In goed en volledig programmeeronderwijs dient er aandacht te zijn voor tenminste deze vier facetten:
. Taalelementen van Java
. Algoritmiek
. Objectgeoriënteerde concepten
. Ontwerpen en UML
In het eerstejaars programmeeronderwijs van Instituut voor Informatica en Electrotechniek van de Hogeschool van Amsterdam zijn deze facetten geintegreerd tot een samenhangend geheel.